Over een paar weken verstrijkt de deadline voor het aanleveren van de jaarverantwoording zorg. De meeste zorgaanbieders moeten uiterlijk 31 mei van ieder jaar een openbare jaarverantwoording publiceren. Per 1 januari 2025 zijn de regels rondom de jaarverantwoording gewijzigd. Dit heeft in het bijzonder gevolgen voor kleine zorgaanbieders. Naast de regels rondom de jaarverantwoording zijn dit jaar ook de toetredingsvereisten voor kleinere nieuwe zorgaanbieders gewijzigd. In dit blog ga ik nader in op deze wijzigingen en wat die wijzigingen betekenen voor de praktijk.
Sinds 1 januari 2022 hebben alle zorgaanbieders die zorg verlenen of laten verlenen die onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) te maken met de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Onder meer volgt uit de Wtza dat zorgaanbieders jaarlijks openbaar verantwoording moeten afleggen. De jaarverantwoording moet inzicht geven in de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders, waarmee toezichthouders zoals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) risico-gestuurd toezicht kunnen houden, onder meer om fraude op te sporen. De uitvoering van de jaarverantwoording ligt bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CBIG), de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS. De NZa kan als toezichthouder onder omstandigheden overgaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete en/of bestuursdwang als een zorgaanbieder niet aan de verplichtingen met betrekking tot de jaarverantwoording voldoet.
De jaarverantwoordingsplicht is voor een grotere groep zorgaanbieders gaan gelden dan voorheen onder de Wet Toetreding Zorginstellingen (WTZi) het geval was. Er is veel te doen geweest over de administratieve lasten die de jaarverantwoording met zich brengt voor met name (hele) kleine zorgaanbieders. Dit heeft onder meer geleid tot een pauze voor de jaarverantwoordingsplicht voor de meeste zorgaanbieders over de boekjaren 2022 en 2023. Vanaf 1 januari 2025 is deze pauze opgeheven en moeten alle zorgaanbieders weer een jaarverantwoording openbaar maken.
Wél is de jaarverantwoordingsplicht voor micro-zorgaanbieders gewijzigd, waardoor vanaf 1 januari 2025 een lichter verantwoordingsregime is gaan gelden. Zo hoeven micro-aanbieders geen toelichting te geven op hun financiële verantwoording, geen bestuursverslag en geen accountantsverklaring aan te leveren. Ook hoeven zij maar enkele vragen te beantwoorden. Een zorgaanbieder wordt als micro-zorgaanbieder gezien als deze op 2 opeenvolgende boekjaren heeft voldaan aan minimaal 2 van deze 3 criteria:
Balanstotaal van maximaal 450.000,- euro.
Minder dan 900.000,- euro aan netto-omzet.
Maximaal 10 fte aan werknemers gemiddeld over het boekjaar (zzp’ers worden niet meegeteld).
Tot 1 januari 2025 diende zorgaanbieders die medisch specialistische zorg leveren of waar meer dan 10 zorgverleners werkzaam zijn, over een vergunning te beschikken op grond van de Wtza alvorens zij zorg mogen leveren. Een vergunning dient te worden aangevraagd bij het CIBG. Per 1 januari 2025 is de vergunningplicht gewijzigd en geldt de vergunningenplicht voor alle zorgaanbieders die zorg verlenen op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg. Zorgaanbieders die eerder niet vergunningsplichtig waren (maar zich wel reeds hadden gemeld als zorgaanbieder onder de Wtza), hebben van rechtswege (en kosteloos) een vergunning gekregen. De van rechtswege verleende vergunning kan weer worden ingetrokken als niet (langer) aan de voorwaarden voor een vergunning wordt voldaan.
Er bestaan een aantal uitzonderingen op de vergunningplicht, zoals voor solistisch werkende zorgverleners of zorgaanbieders die zorg in onderaanneming leveren. Voor deze zorgaanbieders blijft de meldplicht wél onverminderd gelden.
De zorgaanbieder die een vergunning wil aanvragen moet voldoen aan verschillende voorwaarden op het gebied van kwaliteit, governance en een zorgvuldige en transparante financiële bedrijfsvoering. Bij de vergunningaanvraag dienen voldoende gegevens te worden aangeleverd zodat het CIBG kan toetsen of aan alle voorwaarden is voldaan. Het CIBG neemt binnen acht weken een beslissing op de vergunningaanvraag. Tegen een afwijzende beslissing kan de zorgaanbieder binnen 6 weken bezwaar maken. Na het ongebruikt verstrijken van de bezwaartermijn zal het besluit van het CIBG vaststaan.
Wilt u advies over het aanvragen van een Wtza-vergunning of het maken van bezwaar tegen een afwijzing van de aanvraag, of hebt u vragen over de jaarverantwoording en handhaving door de NZa? Neemt u dan vrijblijvend contact op met één van onze specialisten.
Deze blog is algemeen van aard en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? We helpen u graag
Over een paar weken verstrijkt de deadline voor het aanleveren van de jaarverantwoording z...
Inleiding Zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben een wettelijke taak om de rechtmatigh...