Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning speelt tijd vaak een cruciale rol. De termijnen die zijn vastgesteld voor het nemen van beslissingen zijn niet slechts formaliteiten; ze dienen als waarborgen voor een tijdige afhandeling van zaken. Wanneer de overheid deze termijnen overschrijdt, kan dit leiden tot overheidsaansprakelijkheid. Het vaststellen van aansprakelijkheid is niet altijd een eenvoudige kwestie. In deze blog lees je wat je kunt doen als een bestuursorgaan niet tijdig beslist en in welke gevallen niet tijdig beslissen overheidsaansprakelijkheid tot gevolg kan hebben.
Niet tijdig beslissen en aansprakelijkheid
In een eerdere blog is toegelicht dat indien de beslistermijn is verlopen en het bestuursorgaan nog geen besluit heeft genomen, u het bestuursorgaan in gebreke kan stellen om zodoende alsnog een besluit af te dwingen. Indien het bestuursorgaan ook 14 dagen na de ingebrekestelling nog geen beslissing heeft genomen, heeft u recht op een wettelijke vergoeding (een dwangsom) en kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Als het beroep gegrond is, oordeelt de rechter dat het bestuursorgaan alsnog een besluit moet nemen. Maar wat als u in de tussentijd schade heeft geleden door het niet tijdig nemen van het besluit? Dan kan het zijn dat het bestuursorgaan hiervoor aansprakelijk is.
Het besluit zelf hoeft niet onrechtmatig te zijn
Als het bestuursorgaan uiteindelijk een besluit heeft genomen kan het zijn dat u het niet eens bent met de inhoud van het besluit. U kunt het besluit dan in een bestuursrechtelijke procedure aan de orde stellen en het besluit kan vervolgens door de rechter rechtmatig of onrechtmatig worden bevonden. Het oordeel over de (on)rechtmatigheid van zo’n uiteindelijk genomen besluit, staat los van de toetsing of de overschrijding van de beslistermijn onrechtmatig is. Niet tijdig beslissen kan dus overheidsaansprakelijkheid tot gevolg hebben, ongeacht of het besluit zelf rechtmatig is of niet. Het overschrijden van de beslistermijn op zichzelf leidt echter niet automatisch tot aansprakelijkheid. Er dient sprake te zijn van bijkomende omstandigheden en er dient een causaal verband aanwezig te zijn tussen het niet tijdig beslissen en de gestelde schade.
Bijkomende omstandigheden vereist
De enkele omstandigheid dat een bestuursorgaan een besluit neemt met overschrijding van de beslistermijn, is onvoldoende voor het oordeel dat op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijkheid bestaat voor schade die voortvloeit uit de termijnoverschrijding. Of sprake is van een onrechtmatige overschrijding van de beslistermijn, hangt onder meer af van de aanwezigheid van bijkomende omstandigheden. Er zijn dus bijkomende omstandigheden vereist voordat gesproken kan worden van onrechtmatig (niet) handelen.
Bijkomende omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn: de mate van termijnoverschrijding, dus hoelang heeft iemand moeten wachten op een beslissing, of de oorzaak van de termijnoverschrijding, bijvoorbeeld of het bestuursorgaan een goede reden heeft voor de termijnoverschrijding. Ook de belangen van betrokkenen spelen een rol. Deze belangen moeten dan wel bekend zijn geweest bij het bestuursorgaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan grote financiële belangen die spelen bij het besluit. Het gaat er uiteindelijk om of de overschrijding van de beslistermijn in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid aanvaardbaar was (dat wil zeggen: niet onzorgvuldig was jegens de betrokkenen).[1]
Een voorbeeld waarbij sprake was van voldoende bijkomende omstandigheden, is de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 3 september 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:7189). In deze zaak was sprake van een forse overschrijding van de beslistermijn van drie jaar, terwijl in de tussentijd meermaals door de aanvrager was aangedrongen een besluit te nemen. Ook was de gemeente in dit geval op de hoogte van de grote financiële nadelen voor de aanvrager bij het uitblijven van een besluit. Deze feiten waren bijkomende omstandigheden die de overschrijding van de beslistermijn onrechtmatig maakten.
Causaal verband als sleutelfactor
Een andere cruciale factor in de bepaling van overheidsaansprakelijkheid is het causaal verband tussen het niet tijdig beslissen en de gestelde schade. Net als bij overheidsaansprakelijkheid wegens een onrechtmatig besluit, moet ook bij aansprakelijkheid wegens niet tijdig beslissen een causaal verband aanwezig zijn. Dit werd duidelijk in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 april 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1176). In deze uitspraak werd schade geclaimd als gevolg van het niet tijdig vaststellen van een bestemmingsplan. Het bleek dat er geen causaal verband was tussen het niet tijdig vaststellen en de gestelde schade, omdat het plan ook ná die datum kon worden gewijzigd of zelfs helemaal niet hoefde te worden vastgesteld.
Het is voor de vaststelling van aansprakelijkheid wegens niet tijdig beslissen dus van belang dat er een oorzakelijk verband is tussen de schadeveroorzakende gebeurtenis, namelijk het niet tijdig nemen van een besluit, en de geleden schade. Bij het bepalen van causaal verband tussen het niet tijdig nemen van een besluit en geleden schade, is het steeds de vraag wat er zou zijn gebeurd zonder het niet tijdig beslissen.
Conclusie
Indien u schade heeft geleden door het niet tijdig beslissen van een bestuursorgaan kan in sommige gevallen het bestuursorgaan aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade. Of de geleden schade met succes kan worden verhaald op het bestuursorgaan is afhankelijk van de aanwezigheid van bijkomende omstandigheden en een causaal verband tussen het niet tijdige beslissen en de geleden schade.
Twijfelt u of de door u geleden schade voor vergoeding in aanmerking komt? Of wacht u zelf nog steeds op een besluit van bijvoorbeeld de gemeente? Mail dan naar dekker@ebhlegal.nl of bel naar 015 200 1000.
De inhoud van deze blog is algemeen van aard en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.
[1] Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 februari 2016, (ECLI:NL:RVS:2016:476).
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een recente uitspraak (ECLI:NL:RVS:20...
Op 1 januari 2024 zal de Omgevingswet in werking treden. Wat gaat er veranderen? Om u goed...
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning speelt tijd vaak een cruciale rol. De termijne...