EBH Legal
Advocaatscore: 9.6
24/7 Persoonlijk bereikbaar
Specialisaties in alle rechtsgebieden
Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht

Blogreeks Omgevingswet: het Omgevingsplan

Blogreeks Omgevingswet: het Omgevingsplan

 

Op 1 januari 2024 zal de Omgevingswet in werking treden. Wat gaat er veranderen? Om u goed voor te bereiden, organiseren wij op 7 december 2023 een seminar over deze nieuwe wetgeving. U kunt zich hier aanmelden voor het seminar. In aanloop naar het seminar informeren wij u in diverse blogs over de belangrijkste veranderingen.

Het omgevingsplan

Het omgevingsplan is een kerninstrument onder de Omgevingswet. Artikel 2.4. Omgevingswet bepaalt dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente één omgevingsplan vaststelt waarin de regels over de fysieke leefomgeving worden opgenomen. In de Omgevingswet is geen definitie opgenomen van het begrip ‘fysieke leefomgeving’. Wel is bepaald dat de fysieke leefomgeving in ieder geval de volgende onderwerpen omvat: bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en werelderfgoed. Dit is geen limitatieve opsomming.

In een omgevingsplan worden de regels opgenomen die nu in gemeentelijke bestemmingsplannen staan. Daarnaast worden beheersverordeningen en omgevingsrechtelijke delen van andere gemeentelijke verordeningen opgenomen. Voorbeelden zijn regels die betrekking hebben op terrassen, evenementen of markten in de APV of regels die zien op het kappen van bomen (die nu in de APV of in een kapverordening staan).  Als de regels geen betrekking hebben op de fysieke leefomgeving, maar bij voorbeeld zien op de openbare orde, dan worden deze regels niet in een omgevingsplan opgenomen maar blijven deze in de APV staan.

Daarnaast worden in het omgevingsplan regels opgenomen die nu (voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet) in algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) zijn geregeld. Deze onderwerpen zien bij voorbeeld op geluid, externe veiligheid of geur. Dit wordt de “bruidsschat” genoemd.

De wet schrijft voor dat er één omgevingsplan per gemeente komt. Er zijn niet alleen regels die voor burgers en bedrijven gelden (welke regels gelden er voor een bepaalde locatie), maar ook regels die voor bestuursorganen gelden (zoals beoordelingsregels voor het verlenen van vergunningen en omgevingswaarden).

In tegenstelling tot de huidige situatie, waarbij voor elk bestemmingsplan dezelfde vereisten gelden voor de digitale verbeelding en indeling  (op grond van Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen SVBP2012), is dit onder de nieuwe Omgevingswet niet zo. Op deze manier wordt gemeenten meer flexibiliteit gegeven om het omgevingsplan in te richten. Dit leidt echter ook tot meer onduidelijkheid. 

In het omgevingsplan kunnen diverse soorten regels worden opgenomen. De gemeente heeft daar veel vrijheid in. Zo kan een activiteit direct worden toegestaan, of worden toegestaan onder bepaalde voorwaarden, met een maatwerkvoorschrift, of als verbod met een meldings- of vergunningplicht. Een activiteit kan ook worden verboden, of er wordt juist een gebodsbepaling opgenomen. Ook kan in het omgevingsplan worden verwezen naar beleidsregels. Een voorbeeld dat nu ook al in bestemmingsplannen voorkomt is de verwijzing naar de geldende parkeernormen. 

Als een activiteit in het omgevingsplan vergunningplichtig is gemaakt, heet dat een omgevingsplanactiviteit (“OPA”).  Als een activiteit niet in het omgevingsplan past, geeft de Omgevingswet  de mogelijkheid om van het omgevingsplan af te wijken. Dit heet een buitenplanse omgevingsactiviteit (“BOPA”). Daarbij moet wel sprake zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.

Een bestemmingsplan dient elke 10 jaar geactualiseerd te worden. Deze plicht vervalt voor de gemeente onder de Omgevingswet. Onder het huidig recht zijn vigerende bestemmingsplannen in te zien op ruimtelijkeplannen.nl. Dit zal na de inwerkingtreding van de Omgevingswet gaan plaatsvinden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Het wijzigen van een omgevingsplan zal via de uitgebreide voorbereidingsprocedure verlopen (afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht). Dit betekent dat eenieder zienswijzen naar voren kan brengen bij de terinzagelegging van het ontwerp-omgevingsplan. Net als bij het bestemmingsplan is het omgevingsplan een appellabel besluit. Een belanghebbende kan beroep instellen tegen de vaststelling van het omgevingsplan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Vanaf 1 januari 2024 worden bestemmingsplannen van rechtswege onderdeel van het omgevingsplan. Alle bestemmingsplannen in een gemeente vormen daarmee één omgevingsplan. Ook de hiervoor genoemde bruidsschat wordt onderdeel van het omgevingsplan, totdat deze regels worden vervangen door nieuwe regels in het omgevingsplan. De regels die van rechtswege onderdeel van het omgevingsplan worden, zijn samen het tijdelijk deel van het omgevingsplan.

Als het ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet (derhalve voor 1 januari 2024), dan blijft het oude recht van toepassing op de procedure totdat het plan onherroepelijk is. Gemeenten hebben tot 1 januari 2032 de tijd om alle regels uit het tijdelijke deel om te zetten naar een nieuw omgevingsplan.

Een overzicht van alle blogs in de blogreeks Omgevingswet kunt u hier vinden.

Gepubliceerd op 20 Nov '23
Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Wanneer moet een particulier initiatief worden meegenomen in een bestemmingsplanherziening? Door mr. L. van Schie-Kooman

In een bestemmingsplan worden ontwikkelingen van de afgelopen periode vastgelegd en gewenste toekoms...

Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Wanneer leidt een toezegging tot opgewekt vertrouwen? Door mr. L. van Schie-Kooman

Als burger ga je ervan uit dat de informatie die je van een gemeenteambtenaar ontvangt, juist is....

Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Digitale bekendmakingen: mis ze niet! Door mr. L. van Schie-Kooman

  In het omgevingsrecht is het belangrijk dat u op de hoogte bent van de bekendmaking van de...

Neem contact op