EBH Legal
Advocaatscore: 9.6
24/7 Persoonlijk bereikbaar
Specialisaties in alle rechtsgebieden
Ondernemingsrecht

Wat als de curator u als bestuurder aansprakelijk stelt?

Wat als de curator u als bestuurder aansprakelijk stelt?

Vaak is het faillissement van een onderneming onwenselijk en brengt het voor veel betrokken partijen een brok narigheid met zich mee. Het faillissement kan op vele manieren tot stand zijn gekomen, daarbij hoort ook de mogelijkheid dat het bestuur van de onderneming grote fouten heeft gemaakt bij haar besluitafwegingen of risicoanalyse. In een dergelijk geval kan de curator bij een faillissement in extreme gevallen (een deel van) de ontstane schulden en schade verhalen op deze bestuurders als hard kan worden gemaakt dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’. Wat betekent dit? Wat moet de curator aantonen? En wat kan je als aangesproken bestuurder hiertegen doen? In deze blog ga ik in op één van de mogelijkheden om bestuurders aansprakelijk te stellen, namelijk de interne aansprakelijkheidsstelling jegens de boedel door de curator.

Kennelijk onbehoorlijk bestuur

De vereisten voor het aansprakelijk stellen van een bestuurder wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur zijn opgenomen in lid 1 artikel 2:138 en 2:248 BW.

De volgende twee eisen kunnen uit lid 1 van beide artikelen worden gehaald:

  • Er is sprake van het faillissement van de vennootschap;
  • Het bestuur heeft zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld;
  • Het is aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

In het geval dat van de twee bovengenoemde punten sprake is kunnen bestuurders bij een faillissement van de vennootschap jegens de boedel hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het bedrag wat niet door vereffening van de overige baten van de boedel voldaan kan worden. Ook de faillissementskosten kunnen hieronder vallen (HR 10 september 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC1053). De regel omtrent aansprakelijkheid jegens de boedel werd in 2009 door de Hoge Raad nogmaals bevestigd (HR 18 september 2009, ECLI:NL:HR:2009:B15912).

Kennelijk onbehoorlijke taakvervulling

Om te kijken of het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld heeft de wetgever bij de totstandkoming van art. 2:138 en 2:248 BW overwogen dat om vast te stellen of het bestuur deze onbehoorlijke taakvervulling voorzag of had kunnen voorzien ten tijde van de bekritiseerde handelingen (Kamerstukken II 1983/84, 16 631, 6, p. 3 (MvA)). Hierbij dient wel de kanttekening geplaatst te worden dat de wetgever een onderscheid wil maken met onopzettelijke fouten door bijvoorbeeld gebrekkige kennis of ervaring. Sterker nog, uit wetsgeschiedenis komt naar voren dat de wetgever eigenlijk voor ogen had dat bestuurders moeten hebben gehandeld met de (objectieve) wetenschap dat de schuldeisers zullen worden benadeeld (Handelingen II 1984/85, 16631, p. 6337).

In 1996 en 2001 formuleerde de Hoge Raad de uitleg voor het kennelijk onbehoorlijk vervullen van een taak door een bestuurder (HR 7 juni 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2096 en HR 8 juni 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2053). Van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling is sprake als geen redelijk oordelend mens de taak als behoorlijk zou beoordelen. Met andere woorden: van kennelijk onbehoorlijk bestuur kan slechts gesproken worden als geen redelijk denkend bestuurder, onder dezelfde omstandigheden, hetzelfde zou handelen.

Belangrijke oorzaak voor het faillissement

De tweede eis om te kunnen spreken van bestuurdersaansprakelijkheid bij een faillissement is een causaliteitsvraag: heeft de onbehoorlijke vervulling van de bestuurstaak ervoor gezorgd dat het faillissement tot stand is gekomen? Het kan zijn dat de onbehoorlijke taakvervulling niet de enige oorzaak is van het faillissement, maar wel dat handelingen van de bestuurder of het bestuur in belangrijke mate hebben bijgedragen hieraan. De curator kan dit bewijzen door causaal verband tussen de handeling(en) van de bestuurder(s) en het daaruit voortvloeiende faillissement aannemelijk te maken (Kamerstukken II 16631, 6, p. 26-28 (MvA)). Het enkel vaststellen dat er onbehoorlijke taakvervulling is door een bestuurder voorafgaand aan een faillissement is daarbij niet voldoende (HR 24 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:153). De onbehoorlijke taakvervulling moet plaats hebben gevonden in de periode van drie jaar voorafgaand aan het faillissement, zo staat in lid 6 van artikel 2:138 en 2:248 BW.

Afwenden van aansprakelijkheid

De bestuurder of het bestuur kan bewijzen dat er andere feiten en omstandigheden zijn die de oorzaak waren voor het faillissement in plaats van het onbehoorlijk bestuur (HR 30 november 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA6773 en HR 20 mei 1988, NJ 1989, 676). In dit geval vervalt de causaliteit en kan de bestuurder of het bestuur niet aansprakelijk worden gesteld wegens onbehoorlijk bestuur.

Mocht de curator toch de (hoofdelijke) aansprakelijkheid van het bestuur vaststellen, dan hebben bestuurders individueel de mogelijkheid om onder aansprakelijkheid uit te komen. Deze zogenoemde disculpatiemogelijkheid is neergelegd in lid 3 van artikel 2:138 en 2:248 BW. De bestuurder dient aannemelijk te maken dat:

  • de onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur niet aan hem te wijten is;
  • hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

Naast de hierboven genoemde algemene regelingen en eisen is er veel rechtspraak over specifieke gevallen en omstandigheden. Win tijdig juridisch advies in indien u als bestuurder in een faillissement terechtkomt. Neem gerust contact met ons op via info@ebhlegal.nl

De inhoud van deze blog is algemeen van aard en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

 

 

Wilt u meer weten over dit onderwerp? We helpen u graag

Gepubliceerd op 5 Jul '19
Ondernemingsrecht Vereniging, stichting of coöperatie? Door mr. S. Wulder

  Bent u bestuurder van een vereniging, stichting of coöperatie (of een andere rechtspe...

Ondernemingsrecht Bestuurder van contractspartij aansprakelijk? Door mr. S. Wulder

  In 2019[1] en 2020[2] schreef ik over bestuurdersaansprakelijkheid in het kader van failli...

Contracteren Het boetebeding: stevig in beton gegoten? Door mr. S. Wulder

Inleiding In veel zakelijke overeenkomsten zien wij ze voorbijkomen: boetebedingen. Bijvoorbeeld...

Neem contact op