EBH Legal
Advocaatscore: 9.6
24/7 Persoonlijk bereikbaar
Specialisaties in alle rechtsgebieden
Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht

Uitleg van een bestemmingsplan

Uitleg van een bestemmingsplan

Wie wil weten wat er op een perceel is toegestaan, dient daarvoor het bestemmingsplan te raadplegen. Een bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad (de planwetgever), waarbij “ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening” de bestemming van de grond wordt aangewezen en regels worden gesteld (artikel 3.1, eerste lid Wet ruimtelijke ordening).

Net zoals bij bepalingen in wetten kan ook de uitleg van bestemmingsplannen onderwerp van discussie zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling bestuursrechtspraak’) is er helder over en hanteert al jaren als vaste overweging dat de op de plankaart vermelde bestemming en de daarbij behorende voorschriften beslissend zijn. De toelichting bij een bestemmingsplan geeft inzicht over de bedoeling van de planwetgever indien de bestemming en de voorschriften onduidelijk zijn. Deze bedoeling doet echter niet af aan wat in de planvoorschriften ondubbelzinnig is bepaald. Omwille van de rechtszekerheid dienen de planregels letterlijk te worden uitgelegd, omdat men moet kunnen uitgaan van wat in het bestemmingsplan is bepaald.

Deze letterlijke uitleg leidt soms tot uitkomsten waarvan men zich kan afvragen of de planwetgever dat ook daadwerkelijk zo heeft bedoeld. In een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 13 februari 2019 weigerde het college van burgemeester en wethouders (“het college”) een omgevingsvergunning te verlenen voor het verplaatsen van een bedrijfswoning op hetzelfde perceel. De planregels bepaalden dat de gronden waren bestemd voor agrarische bedrijven met de mogelijkheid voor één bedrijfswoning. De bepaling die partijen verdeeld hield is de regel dat bedrijfsgebouwen moeten worden gesitueerd op een afstand van drie meter achter de achtergevel van de bedrijfswoning. Met de verplaatsing zou de bedrijfswoning achter de bestaande bedrijfsgebouwen komen te liggen.

De Afdeling oordeelt dat de regel ziet op de situering van bedrijfsgebouwen ten opzichte van een bedrijfswoning, maar niet op de situering van een te realiseren bedrijfswoning ten opzichte van reeds bestaande bedrijfsgebouwen. Er is niet bepaald hoe bedrijfsgebouwen en een bedrijfswoning ten opzichte van elkaar gepositioneerd dienen te zijn. Het artikel is daarmee niet van toepassing op het bouwen van bedrijfswoningen. De woorden "worden gesitueerd" hebben betrekking op activiteiten en moeten niet worden gelezen als "zijn gelegen", zoals de rechtbank had geoordeeld. De planregel heeft bovendien geen betrekking op nog op te richten bedrijfsgebouwen, maar op reeds bestaande bedrijfsgebouwen. Omdat de planregel in verband met de rechtszekerheid letterlijk moet worden uitgelegd en de planregel duidelijk is, is er geen aanleiding om daar een ruimere interpretatie aan te geven. De conclusie van de rechtbank dat als een bedrijfsgebouw achter een bedrijfswoning moet liggen, een nog te realiseren bedrijfswoning dus voor reeds bestaande bedrijfsgebouwen moet liggen, is naar het oordeel van de Afdeling onjuist. De planregel staat daarom niet in de weg aan de bouw van de bedrijfswoning achter de bestaande bedrijfsgebouwen.

De Afdeling houdt dus vast aan de letterlijke interpretatie van de planregels, ondanks dat de planwetgever het mogelijk anders heeft bedoeld en de uitleg van de rechtbank niet onbegrijpelijk is. Daarmee blijkt het belang maar weer eens om bij een bestemmingsplan de regels zorgvuldig te formuleren, en overigens ook te voorzien van een heldere toelichting (hoewel die toelichting dus niet bindend is).

Wilt u meer informatie over bestemmingsplannen? Neem dan contact op met mr. L. van Schie-Kooman

 

 

Wilt u meer weten over bestemmingsplannen? We helpen u graag

Gepubliceerd op 28 Feb '19
Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Uitleg van een bestemmingsplan Door mr. L. van Schie-Kooman

Wie wil weten wat er op een perceel is toegestaan, dient daarvoor het bestemmingsplan te raadplegen....

Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Wanneer moet een particulier initiatief worden meegenomen in een bestemmingsplanherziening? Door mr. L. van Schie-Kooman

In een bestemmingsplan worden ontwikkelingen van de afgelopen periode vastgelegd en gewenste toekoms...

Ruimtelijk bestuursrecht & Milieurecht Wanneer leidt een toezegging tot opgewekt vertrouwen? Door mr. L. van Schie-Kooman

Als burger ga je ervan uit dat de informatie die je van een gemeenteambtenaar ontvangt, juist is....

Neem contact op