Een scheiding brengt onvermijdelijk met zich mee dat een van beide partners – al dan niet tijdelijk – de gezamenlijke koop- of huurwoning moet verlaten. Vaak lukt het de echtgenoten om hier samen afspraken over te maken, maar wat zijn de mogelijkheden als dat niet lukt?
Tijdens de echtscheidingsprocedure: uitsluitend gebruik van de echtelijke woning
Als de situatie thuis onhoudbaar wordt en het niet meer mogelijk is om als partners onder een dak te wonen, bestaat de mogelijkheid om aan de rechter te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Een voorlopige voorziening is een soort spoedprocedure waarbij een uitspraak wordt gegeven voor de duur van de echtscheidingsprocedure.
Aan de rechter kan worden verzocht om te bepalen dat een van de echtgenoten bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning. De rechter moet dan oordelen wie van beide partijen het meeste belang heeft bij het uitsluitend gebruik van de woning. Bij de beslissing van de rechter wordt rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval, bijvoorbeeld wie zorgt voor de kinderen, wie heeft de beste mogelijkheden om tijdelijk ergens anders te verblijven, is een van de partners voor zijn of haar werk gebonden aan het huis etc.
Nadat de rechter de beslissing heeft genomen, dient de echtgenoot aan wie het gebruiksrechtsrecht niet is toegekend, de woning te verlaten. Hij of zij mag deze woning daarna ook niet meer betreden.
Birdnesting
In de praktijk zie ik dat rechters ook steeds vaker kiezen voor birdnesting. Dit houdt in dat de (meestal minderjarige) kinderen in de woning blijven wonen en dat de ouders steeds van verblijf wisselen. De ouder verblijft op zijn of haar zorgdagen in de echtelijke woning, op de andere dagen verblijft hij of zij elders: een omgangsregeling met het huis dus eigenlijk. Het voordeel hiervan is dat voor de kinderen een zo rustig mogelijke situatie wordt gecreëerd omdat zij een vaste basis hebben. Verder moeten de ouders dan alleen voor zichzelf op zoek naar alternatieve woonruimte en niet voor een heel gezin. Vaak is dat een stuk makkelijker te realiseren.
Na de scheiding: voortgezet gebruik van de echtelijke woning
Verder kan de rechter in de echtscheidingsprocedure op verzoek van een van de echtgenoten in de echtscheidingsbeschikking bepalen dat de echtgenoot jegens de andere echtgenoot bevoegd is om de bewoning van de echtelijke woning gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking tegen een redelijk vergoeding voort te zetten. Dit is een voorziening ter overbrugging van de eerste periode na de scheiding. Ook in dit geval zijn de omstandigheden van beide partijen weer van belang.
Als de rechtbank bepaalt dat een van beide echtgenoten het voortgezet gebruik krijgt toegewezen, zegt dit overigens nog niets over de definitieve verdeling van de woning. Het kan dus zijn dat de ene echtgenoot het voortgezet gebruik heeft gekregen, terwijl de andere echtgenoot uiteindelijk de woning overneemt.
Tijdens de periode van het voortgezet gebruik kan de andere echtgenoot niet zonder toestemming van de echtgenoot die in de echtelijke woning verblijft de woning verkopen of de huur opzeggen. De woongerechtigde echtgenoot mag echter niet zonder goede grond zijn toestemming weigeren. Doet hij of zij dat toch, dan kan de rechter daar een beslissing over nemen.
Heb je een vraag over deze blog of een ander familierechtelijk onderwerp? Neem gerust vrijblijvend contact op voor meer informatie of maak een afspraak voor een kennismakingsgesprek (info@ebhlegal.nl). Wij staan graag voor je klaar!
Deze blog is algemeen van aard en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Wij helpen u graag !
Veel stellen die gaan samenwonen en (nog) niet willen trouwen vragen zich af wat zij beter kunnen do...
Een foto van je kind plaatsen op social media, mag dat altijd? Dit lijkt misschien onschul...
Sinds 1 april 2009 is het voor ouders met minderjarige kinderen verplicht om in geval van een echtsc...